Vraag jij het je wel eens af…………………wat weet je nu over triathlon wat je 10 jaar geleden nog niet wist? En voor 10 zou je ook nog 5 in kunnen vullen, want de veranderingen zijn allemaal best snel gegaan. Maar de vraag werd mij gesteld of ik daar iets over kon en wilde schrijven. Ik beperk mij even tot trainen voor een hele triathlon. Wat weet ik nu wat ik bij mijn eerste triathlon nog niet wist.
Willen, uiteraard. Kunnen? Ik ga een poging wagen. Het is ergens rond 1985 toen ik samen met mijn vriendin (ondertussen vrouw) ging kijken bij de triathlon van Almere. Ik zag alle toppers, vergaapte me aan het materiaal, maar vooral aan de snelheden. Ik zag Axel Koenders, Gregor Stam, Henry Kiens, Pim vd Bos, Ben van Zelst en noem ze allemaal maar op.
Ik wist wel dat ik dat ook minimaal 1 keer gedaan moest hebben. In 1987 mijn eerste kwart met werkelijk NUL kennis van zaken. Een vriend van me was waterpoloër. Hij ging 2x per week om 07.00 uur zwemmen. Ik ging mee en werd werkelijk helemaal weg gezwommen………..want ik kon net aan 1 baan crawl. Die eerste kwart zwom ik dus ook merendeel schoolslag en kwam met meer dan 20 minuten het water uit.
In de jaren daarna bleef ik een pesthekel houden aan zwemmen, had het altijd koud, je kon met niemand praten, progressie was ver te zoeken en ga zo maar door. Tot 2015 heb ik nooit meer dan 1x per week gezwommen. Okay, een paar keer 2x in de week in de laatste weken voor een hele triathlon.
Wat ik nu weet en toen niet wist? “There are no short cuts” en dat het woord “consistency” erg belangrijk is. Verder dat je de voor jou juiste training moet doen. Ik heb in ruim 30 jaar nog nooit been training gedaan, maar wel zwom ik 20 jaar na mijn PR op de 3,8 een nieuwe persoonlijke besttijd, omdat ik nu wel wist welke training voor mij het juiste effect had.
Maar er moet ook nog gefietst worden. Ik ben nooit van de gadgets, nieuwste fiets, soepelste lagertjes enz enz geweest. De benen moesten het doen. Maar ja, hoe train je het fietsen. Zeker tot halverwege de jaren 90 had ik geen hartslagmeter. Wat moet je daar nou mee? Fietsen is gewoon lang volhouden en dus veel kilometers maken.
Maar als ik ergens een hekel aan had dan was het wel als training 3 of 4 uur op een fiets te gaan zitten. Dodelijk saai. Tel daar bij op dat ik weiger in de regen te fietsen en jullie begrijpen dat er bij mij zelden toptijden te bespeuren waren. Halverwege de jaren 90 kom ik een oude trainer tegen, nog steeds een held van mij, Cedo Paic. Hij was olympisch roeier voor Kroatië geweest, had New York 5x onder de 3 uur gelopen en in Almere had hij 10.15 staan…………….in de tijd dat er geen ligsturen waren en geen wetsuit.
Hij maakte mijn schema voor Almere 1998, nog steeds mijn snelste tijd, maar ik moest wel lange stukken fietsen, maar belangrijker nog, na ELKE fietstraining moest ik lopen. Hoe langer de fietstraining was des te korter was het lopen daarna, en omgekeerd. In de gehele aanloop naar Almere liep ik overal pr’s. Dit werkte dus voor mij……….of waren het simpelweg de beste jaren zo rond je 35e om duursport te beoefenen?
Wat ik nu weet en toen niet wist? Dat je bijna geen goede fietstraining kan doen zonder hartslagmeter en volgens vele anderen is een powermeter helemaal een must. En dat er ondertussen een giga verschil zit tussen de fietsen van 1990 en 2019 😊 Dat je voor een hele triathlon uren moet maken, oftewel, “there are no short” cuts en dat “consistency” erg belangrijk is.
De afsluitende marathon. Ik was van huis uit een loper, begonnen op mijn 17e. Toen iedereen op straat nog riep “ze hebben hem al hoor”. Dat je schoenen had van Karhu. Dat ik bij Ruud Wielart (hoogspringer van weleer) schoenen gingen kopen, want hij ging helemaal op de grond liggen om te kijken of die schoenen wel goed voor jou waren. Die had er dus wel verstand van. Een badstof bandje (John McEnroe) om je hoofd tegen het zweet in je ogen en een Casio digitaal horloge met stopwatch functie. Gaan. 3x Per week hetzelfde rondje en kijken of het elke keer sneller ging. Je kan wat je traint.
Ik kwam op een goede dag bij een atletiekvereniging terecht, omdat de badmintonvereniging waar ik toen lid van was, daar in de zomer de conditie bijhield. En wie liep daar? Mijn eerste triathlontrainer, die Cedo Paic. Het is dan 1994 of 1995. Ik bleef uiteraard hangen bij die vereniging, combineerde 3x badmintonnen met 4 hardlooptrainingen en mijn fietstrainingen. Mijn marathontijden vlogen naar beneden. Liep ik in 1989 nog 3.47, eind jaren 90 liep ik voor de eerste keer onder de 3,10, de grens om bij Rotterdam in het voorste vak te mogen staan.
Jaren lang heb ik gezworen bij baantrainingen totdat ik in 2013 mijn huidige trainer tegenkwam en die had weer een hele andere kijk op looptrainingen. De baantrainingen verdwenen en dat was voor mij nog makkelijk ook want ondertussen woonde ik in Frankrijk en de eerste atletiekbaan was een half uur rijden. Wederom kwam de hartslagmeter om de hoek kijken. Laten we zeggen dat ik sindsdien nog nooit zo gevarieerd hardlooptrainingen heb gedaan.
Lopen gaat nog steeds makkelijk, maar wel langzamer dan 20 jaar geleden, helaas. Maar wat ik nu weet en toen niet wist : “there are no short cuts” en “consistency” is een erg belangrijk woord.
Maar voor alle 3 de disciplines geldt (denk ik) dat het de kunst is om uit te vinden welke vorm van trainen het best bij jou en jouw (thuis)situatie past. De ene zweert bij 3 zwemtrainingen per week, de ander bij looptrainingen van 40km. Er is geen perfecte methode, maar wel een perfecte methode voor jou. Dat weet ik nu in ieder geval wel en wellicht kan ik dat over 10 jaar herhalen 😊
Geef een reactie